Harry Bahrick is een Amerikaanse expert op het gebied van het menselijk geheugen. Hij stelt dat – aangezien informatie bij mensen onderhevig is aan slijtage en verval – de waarde van informatie sterk afhangt van zijn levensduur. Met andere woorden, de waarde van informatie wordt bepaald door de mate waarin het wordt onthouden. Hij stelt dat het in pedagogische zin voor de persoon die leert niet zozeer interessant is hoeveel hij op een bepaald moment aan kennis heeft over een te leren onderwerp, maar dat het van veel groter belang is voor hoe lang de persoon de geleerde informatie onthoudt. Slijtage en verval van informatie komt doordat er een periode geen gebruik van is gemaakt, wat kan voorkomen bij mensen die iets hebben geleerd, en dit vervolgens een periode niet terughalen of gebruiken. Informatie dient actief onderhoud te krijgen, als het voor een persoon behouden moet blijven. Bahrick stelt dat informatie meer waarde krijgt door het herhaaldelijk aan te bieden, met de informatie te oefenen door het toe te passen, het over een langere periode in een cyclus te verwerven, en ervoor te zorgen dat de geleerde informatie op een gemakkelijke manier terug te vinden is.1
ONDERBOUWING VAN DE METHODIEK
Onthouden van informatie
Onthouden van informatie aan de hand van video's
Albert en zijn collega’s onderzochten aan de hand van gerandomiseerd onderzoek 112 patiënten uit Cleveland, Verenigde Staten. De patiënten, die allen een behandeling in het ziekenhuis kregen vanwege hartproblematiek, werden verdeeld in een controlegroep (N=59) en een interventie groep (N=53). De controlegroep kreeg de standaardprocedure bij ontslag: tijdens het afsluitende gesprek met de arts kreeg de patiënt instructies voor een gezonde levensstijl. Bovendien kreeg de patiënt hierover een instructieboek, met daarin dezelfde instructies. De interventiegroep kreeg naast de instructies van de arts en het instructieboek een dvd met daarop in beeld en geluid de instructies. Na drie maanden bleken de patiënten uit de interventiegroep – dus de groep die naast het instructieboek ook een dvd kreeg – significant gezonder te zijn, vaker de instructies opgevolgd te hebben en betere maatregelen te treffen als zij opnieuw symptomen van de hartproblematiek lieten zien. Bovendien werd het ziekenhuis door de inzet van dvd’s ontlast: de patiënten namen minder telefonisch contact op met het ziekenhuis voor advies.2
In Kerman, Iran, heeft een sterk vergelijkbaar onderzoek plaatsgevonden. Gerandomiseerd werden 80 hartpatiënten over een interventiegroep en een controlegroep verdeeld. Ook bij dit onderzoek kreeg de controlegroep instructies bij het ontslaggesprek en een instructieboek, net als de interventiegroep, die daarnaast ook een dvd met de instructies mee naar huis kreeg, die zij periodiek moesten bekijken. De groep die de dvd’s had meegekregen bleek na verloop van tijd de instructies significant beter te onthouden en vaker uit te oefenen. Het inzetten van video’s voor de nazorg van patiënten wordt effectief en kostenbesparend genoemd. Bovendien wordt geconcludeerd dat het medische team van het ziekenhuis erdoor wordt ontlast. De onderzoekers concluderen verder dat medici na een goede behandeling – gezien de transformatie ten aanzien van medische technieken – het gebruik van video-instructies niet langer kan negeren.3
Videoconstructie van Brar & van der Meij
Hoe moet een video eruit zien om tot een optimaal duurzaam effect te komen? Er is lange tijd weinig bekend geweest over een optimale combinatie van audio, spraak, schermtekst en illustratie om tot een optimaal leerresultaat te komen. Onderzoek wijst echter uit dat het leerresultaat van video’s wordt verbeterd als de video’s een gedetailleerde pedagogische constructie kennen. Bovendien wordt informatie uit video’s beter onthouden als cliënten naast de video’s ook geprinte instructies krijgen: deze combinatie wordt ook wel een multimediapakket genoemd.
Hans van der Meij, universitair hoofddocent aan de universiteit Twente, heeft jarenlange ervaring met het ontwerpen en onderzoeken van videoconstructies, met het doel om tot een optimaal leerresultaat voor de kijker te komen. Onlangs heeft hij een model ontworpen voor een videoconstructie gebaseerd op Demonstratie-Gebaseerde-Training (DBT). DBT vindt zijn oorsprong in Bandura’s opvattingen over observationeel leren, waarbij het ontwerp van de video rekening houdt met vier samenhangende processen: aandacht, onthouden, productie en motivatie. Onder deze processen vallen de kenmerken die de constructierichtlijnen vormen voor de video’s van het multimediapakket VVp.4
Theoretisch model voor videoconstructie, gebaseerd op DBT.
Noten:
- Bahrick, H. P. (1984). Semantic memory content in permastore: Fifty years of memory for Spanish learned in school. Journal of Experimental Psychology: General, 113(1), 1–29. IN Custers, E. (2010) Long-term retention of basic science knowledge: a review study. Advances in Health Science Education: Theory & Prac 15(1):109–128.
- Albert, N.M., Buchsbaum, R., Hail, M.D., Jianbo, L., Kelly, L.,& Herron, D. (2003) Does heart failure self-care education by video change patient behaviors? J Card Fail. 9(5): S101.
- Abbaszadeh, A., Borhani, F., & Asadi, N. (2011). Effects of health belief modelbased video training about risk factors on knowledge and attitude of myocardial infarction patients after discharge. J Res Med Sci 16(2): 195-200.
- Brar, J., & van der Meij, H. (2017). Complex software training: Harnessing and optimizing video instruction. Computers in human behavior, 70, 475-485.