y4mh-7q6rm_NfC2sWwmpd30tnPH-qT_hKWJh_xe6HqYxPIybqgSFFxwPMWAHqK6YhZH40i89qLwzcR4Rm5Sp92JpTVbIF8hDaAp8se7lA83bSts7rOPF0zLWdbJYoY4m8a6czexKc-QTv

Voor cliënten is het vaak niet eenvoudig om na een hulptraject, ondanks dat vooruitgang is geboekt, verder te gaan zonder zorgprofessional. Ik heb de hypothese dat in de jeugdzorg en geestelijke gezondheidszorg (ggz) doorgaans te weinig tijd en energie wordt besteed aan de laatste fase van het hulptraject; de fase van de afronding. De meeste aandacht gaat uit naar de analyse van het probleem (diagnostiek) en naar acties om aan het probleem te werken (interventies). Het gevolg is dat resultaten van hulptrajecten onvoldoende worden verduurzaamd. Cliënten krijgen dikwijls geen tot weinig handvatten mee om na het hulptraject de vooruitgang vast te houden of met een terugval om te gaan.

Een ander uitgangsplan is dat cliënten voor het terugvinden en onthouden van acties, geleerde vaardigheden en informatie een aantrekkelijk en gemakkelijk eindproduct nodig hebben om op terug te kunnen vallen. Ik ben ervan overtuigd dat cliënten met betrekking tot een eindproduct liever naar video’s kijken dan een verslag lezen: het verslag wordt vaak ergens onder in een la gelegd of weggegooid: na het hulptraject wordt er niet langer naar omgekeken.

Ontwikkelingen in de ICT bieden steeds meer mogelijkheden voor het vergroten van de zelfredzaamheid. Zo’n vijf jaar geleden ging ik – destijds werkzaam bij forensische ggz-organisatie de Waag – pionieren met het afronden van hulptrajecten aan de hand van video’s. In de video’s werden, naast een terugvalpreventieplan, de manieren benoemd waarop de cliënt het voor elkaar had gekregen om vooruitgang te boeken . Toen ik merkte dat de cliënten en andere bij de cliënt betrokken mensen enthousiast op de video’s reageerden, ging ik in mijn vrij tijd op zoek naar theorieën en ideeën om een methodiek op te bouwen.

Bij ggz-organisatie de Opvoedpoli kreeg ik de kans om in samenwerking met andere zorgprofessionals de manier van werken, die ik inmiddels Video Voortgangsplan (VVp) was gaan noemen, een half jaar in te zetten. Naast het aan de hand van VVp afronden van de hulptrajecten liet ik de cliënten en zorgprofessionals een enquête invullen om duidelijkheid te krijgen over de vraag wat zij van VVp vinden en de vraag te beantwoorden of de methodiek de potentie heeft om de duurzaamheid van hulptrajecten te bevorderen. Opvallend is de hoge waardering voor VVp door zowel cliënten als zorgprofessionals: zij zijn overwegend enthousiast. Bovendien zijn er veel signalen dat VVp de duurzaamheid van het hulptraject bevordert: een overgroot deel van de cliënten en zorgprofessionals denken dat aan de hand van VVp de acties voor vooruitgang na het hulptraject beter worden bestendigd. Een ander opvallend positief punt zijn de mogelijkheden tot generalisatie van de resultaten: cliënten vinden het vaak geen probleem om transparant om te gaan met de VVp-video’s.

Mijn doel is om meer aandacht te genereren voor het verduurzamen van hulptrajecten: cliënten vallen na verloop van tijd te vaak terug in hulptrajecten. Zorgprofessionals moeten naar mijn mening, meer dan nu gebeurt, met een goed eindproduct voor de cliënt afronden, zodat zij beter verder kunnen zonder zorgprofessional. Een manier waarop dat kan is aan de hand van VVp!

AIzaSyAEfJC2iZg6CSIoPWqomxHgf-QsUFZ4uKA